Huisvrouwen aan het werk? Alsof dat nog niet gebeurt

Het blijft een hot topic. En na de uitspraken van vicepremier Vincent Van Quickenborne, verscheen onderstaand artikel in De Standaard over één van onze projecten.

Er zijn wel degelijk verschillende initiatieven en vele werkwilligen. En dat bewijst het Europees project ‘Nieuwe krachten voor de kinderopvang’, dat veel huisvrouwen aantrekt. 

Het project loopt sinds 2020 op zeven plaatsen in Vlaanderen en Brussel. De bedoeling? Mensen begeleiden zodat ze via het volwassenenonderwijs een diploma van kindbegeleider behalen. Het project probeert een van de cruciale mazen in het net te dichten door intensief op taal in te zetten. Wie wil werken, maar het Nederlands niet machtig is, struikelt namelijk niet alleen over strenge arbeidsvoorwaarden, maar evengoed over de voorwaarden om een opleiding te kunnen volgen.

Het project ‘Nieuwe krachten voor de kinderopvang’ is een samenwerking tussen het CVO, de VDAB en de kinderopvang/crèche, waarbij coördinatoren het gesprek tussen alle partijen gaande houden. Geen overbodige luxe als taal en communicatie de grootste drempel vormen.

Paciência Martins (38) doorliep de opleiding en werkt vandaag als kindbegeleider in Antwerpen. ‘In Portugal heb ik voor apotheker gestudeerd, maar toen ik in 2018 naar België kwam, kende ik de taal niet en duurde het even voor mijn diploma werd gelijkgesteld. Ik heb toen anderhalf jaar als poetsvrouw gewerkt en hard ingezet op taalverwerving, maar ik haalde het niveau van 2.3 en dat is te laag. Ik was er toen al uit dat een job als apotheker me te weinig voldoening zou geven, en via dit project kon ik de opleiding kinderverzorger volgen én extra begeleiding krijgen om mijn taalniveau op te krikken. En kijk, ik werk nu een jaar voltijds in een crèche. Het is geweldig. Dit is écht iets voor mij. Al die levens beginnen bij ons. Ik beteken iets voor iemand anders.’

De financiering van ‘Nieuwe krachten voor de kinderopvang’ loopt eind dit jaar af, er zullen dan 379 vrouwen het traject doorlopen hebben in Vlaanderen en Brussel. In Antwerpen ligt de slaagkans op 70 procent, 95 procent daarvan stroomt door naar de kinderopvang. In Vilvoorde rondt zowat de helft van de cursisten de opleiding succesvol af. Op nationaal niveau zijn die cijfers nog niet verzameld.

Het Hiva (het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van de KU Leuven) volgde het project op, eind dit jaar brengen ze verslag uit. Of het wordt voortgezet, valt af te wachten.

'Het is enorm fijn om te zien hoe de cursisten groeien, je ziet hen bij elk contact vooruitgang boeken’, zegt Evelien Van Den Bossche. Bjorn Martens bevestigt: ‘We hadden een cursiste die nagenoeg analfabeet was, maar graag in de kinderopvang wou werken. Dat we zo iemand kunnen helpen, is fantastisch.’

Bjorn Martens, coördinator CVO in Gent
Evelien Van Den Bossche, coördinator van het proefproject in Antwerpen en Vilvoorde,