Vrouwen aan de top? Kijk niet alleen naar quota
Zes bedrijven op tien van de Belgische Top 10.000 hebben geen enkele vrouw in de Raad van Bestuur. Twee op tien hebben zelfs geen enkele vrouw in hoger management. Welkom in 2021.
De cijfers stonden onlangs in het financieel-economische magazine Trends. Ze leidden alweer tot de eeuwige discussie: quota of niet? Misschien is die vraag niet de juiste, want we komen daar niet uit. Véél vrouwen willen – terecht – omwille van talent en merites geselecteerd worden en niet om een streefcijfer te halen. Anderen zijn het daar weliswaar mee eens, maar vinden quota beter dan niks. Er zijn zeker ook mannen die oprecht streven naar meer vrouwen aan de top. Maar je hebt er genoeg die quota oneerlijk of bedreigend vinden. Quota lijken te werken, tot je onder de oppervlakte kijkt. Beursgenoteerde bedrijven hebben verplicht één derde vrouwen in de Raad van Bestuur. Maar vrouwelijke bestuurders leiden niet noodzakelijk tot meer vrouwen in directiecomités of hoger management. Iets vergelijkbaars zie je ook in de politiek. Meer vrouwen op verkiesbare plaatsen brengt weliswaar meer vrouwen in het parlement en zelfs in de federale regering. Maar de premier is een man, de meeste vicepremiers zijn mannen en Vlaanderen telt maar één vrouwelijke partijvoorzitter.
De knoop zit elders: bij de bedrijfscultuur en de manier waarop men beslissingen neemt. Specialiste Liesbeth Stevens (IVGM, Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen) liet in Trends deze geweldige gedachte noteren: “Mannelijke macht reproduceert zichzelf”. Ze zegt dat mannen vrouwen meestal niet bewust tegenhouden, maar dat ze vaak kiezen voor ‘iets’ dat ze goed kennen. Dat omkeren, vereist bewustmaking en sensibilisering. Maar het gaat duidelijk te traag. Daarom zullen we niet ontkomen aan een nieuw politiek en maatschappelijk debat. Laat ons nadenken over de processen die voorafgaan aan benoemingen, aanwervingen en promoties. Zorg ervoor dat bedrijven er gewoonweg niet meer naast kunnen. Laat hen voor topbenoemingen bewijzen dat ze mannelijke en vrouwelijke kandidaten evenveel kansen hebben gegeven. Dat ze minstens gezocht hebben. Maak mensen verantwoordelijk. Op directieniveau. Zodat de vraag telkens weer gesteld wordt. Zijn er ook vrouwelijke kandidaten? Hebben we tenminste ons best gedaan? Laat bedrijven letterlijk tellen. Tien topkandidaten en geen enkele vrouw? Dan moet minstens een alarmbel afgaan. Stimuleer of verplicht bedrijven hun procedures te objectiveren en hun beslissingen te motiveren. Het zijn manieren om er tenminste elke keer opnieuw over na te denken.
Het is tijd voor creativiteit én nieuwe regels. Uiteindelijk telt maar één ding: zorg ervoor dat we voorbij (m/v) altijd naar talent kijken. Als we dat leren, komt het helemaal goed.
Wim Verhoeven
Hoofdredacteur Trends en Kanaal Z