Waarom is reflexieve monitoring een must in systeeminnovatieprojecten zoals leerecosytemen?
Plan, do, check, act. Zo hebben we geleerd om een veranderproces aan te pakken. In dergelijke PDCA-cyclus wordt in de ‘check-fase’ periodiek - over geselecteerde aspecten of factoren - informatie verzameld om je beleid (wat zijn we aan het bereiken? welke beslissingen moeten we nemen?) en je beheer (hoe worden de middelen besteed?) af te stemmen. Het geheel van processen, procedures en kanalen dat je gebruikt om informatie te verzamelen, op te slaan, te verwerken en te rapporteren valt onder de noemer van monitoring. Anders gesteld: monitoring is een manier om de werkelijkheid op te volgen en verandering in kaart te brengen while you walk the path.
Bij simpele uitdagingen kan die PDCA-cyclus werken omdat er voor deze uitdagingen bewezen ‘recepten’ bestaan en het louter zaak is de uitvoering van het recept op te volgen (Doen we de dingen juist?). In deze situaties heeft een lineaire modus operandi van kwaliteitsopvolging zijn verdienste en volstaat het om data te verzamelen en je af te vragen of je de dingen goed doet. Toch stellen we vast dat deze monitoringsaanpak niet werkt wanneer we niet kunnen teruggrijpen naar een bewezen recept. In een complexe context zoals deze van onze leerecosysteem projecten is er meer nodig om tot verandering te komen, kwaliteit op te volgen en tot diepgaand leren te komen. Hoe komt dat?
De leerecosystemen trachten een maatschappelijke transitie richting een lerende samenleving te bewerkstelligen. Net daarom kunnen ze worden beschouwd als systeeminnovatieprojecten die erop uit zijn om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van een sector of een domein door te werken aan systeeminnovatie. Dat houdt in dat de intrinsieke spelregels, de middelen, de rollen en relaties binnen een sector of een domein in vraag gesteld worden en waar mogelijk ten goede veranderen. Door de verregaande ambitie van dit soort projecten, zijn ze per definitie complex. De veranderrichting of het gewenst toekomstbeeld kan dan wel duidelijk zijn, maar er zijn geen universele succesformules of recepten om deze te realiseren. Hierdoor zijn de specifieke doelen moeilijk of niet definieerbaar. Er zijn geen straight forward causale verbanden, de weg is grillig en onvoorspelbaar, het vraagt inzet van organisatienetwerken die de missie, kennis & kunde van één organisatie overstijgen en er is cocreatie nodig vanuit diverse perspectieven om te komen tot mogelijke oplossingen. Verandering gebeurt door al doende (via experimenten) uit te proberen, van daaruit te leren en stapje vooruit te zetten. Kortom: je bouwt aan de brug terwijl je erover loopt. Pas zo kom je tot duurzame ontwikkeling.
Duurzame ontwikkeling vraagt om veranderingen op vele maatschappelijke niveaus en in meerdere domeinen tegelijkertijd: ecologische, economische, politieke en wetenschappelijke. Daartoe moeten keuzes gemaakt worden die radicaal afwijken van de gangbare praktijken, gewoonten, onderlinge relaties en institutionele structuren. Maar juist dat is niet eenvoudig. Systeeminnovatieprojecten hebben daarom baat bij een vorm van monitoring die de reflexiviteit van het project bevordert. Op die manier kunnen ze nieuwe manieren van handelen ontwikkelen waarbij de institutionele omgeving mee verandert.
In die complexe context hebben we dus een andere, reflexieve, vorm van monitoring nodig waarbij reflectie en leren gericht zijn op structurele veranderingen. Bij reflexieve monitoring stel je ‘meta-vragen’ die focussen op leren in functie van het gewenste toekomstbeeld: hoe beslissen we of we de juiste dingen aan het doen zijn? Hoe weten we of we ‘in de juiste richting’ evolueren? Hoe weten we of we impact (zullen) realiseren? Door dit soort vragen overstijg je het niveau van leren over operationele zaken, en leer je waar mogelijkheden liggen die bijdragen tot systeeminnovatie. De lessen die je opdoet, integreer je als verandering in het handelen, de strategie en het netwerk van het systeeminnovatieproject.
Kortom: in complexe systeeminnovatieprojecten kan je dankzij reflexieve monitoring leerprocessen diepgaand stimuleren en zo komen tot verregaande systeeminnovatie.
*Uit: Regeer, B., van Mierlo, B. ea (2010). Reflexieve monitoring in actie. Handvatten voor de monitoring van systeeminnovatieprojecten. Oisterwijk: uitgeverij Boxpress
MEER WETEN?
Het handboek ‘Reflexieve monitoring in actie’ van Barbara van Mierlo et al. bevat instrumenten voor het monitoren van voortgang in complexe projecten. In opdracht van het transitieprogramma Leven, leren en werken in 2050 werd dit handboek in samenwerking met DRIFT, een onderzoeksinstituut binnen het veld van duurzaamheidstransities, omgevormd tot een verkorte handleiding.