“Durven starten aan een verhaal met een open einde”. Lessen uit een bezoek aan de NRE-site in Eindhoven.

Gepost op 02/03/2023

Op 24 november 2022 trokken we met een delegatie van het pilootprogramma rond leerecosystemen van Europa WSE naar Eindhoven voor een inspirerend studiebezoek. We werden er verwelkomd door Cees Donkers (Stad Eindhoven & Global Education Futures) en Renee Scheepers (Nul Zes) op het NRE-terrein (Nutsbedrijven Regio Eindhoven) aan de rand van het centrum, waar ooit de eerste gasfabriek van Eindhoven was gelegen. Het terrein transformeerde tot een kleinschalig, creatief en levendig gebied dankzij een cocreatief proces met eindgebruikers en belanghebbenden. We bezochten ook andere plekken in de stad waar een (lerende) community van inwoners, organisaties en bedrijven de krachten bundelden om de transformatie van hun wijk mogelijk te maken. We nemen uit het bezoek enkele inzichten mee over het proces dat ertoe kan bijdragen dat leerecosystemen uitmonden in lokale communities die de maatschappelijke transitie richting een duurzame en lerende samenleving ondersteunen.  

Geen masterplannen maar ruimtelijke kaders met minimale spelregels

In 2010 kocht de gemeente Eindhoven het NRE-terrein aan met het oog op de herontwikkeling van deze site die verschillende deelgebieden van Eindhoven verbindt. Uit de toelichting van Eindhovens voormalig stadsarchitect Cees Donkers, bleek dat de stad vrij snel heeft beseft dat traditionele planningsmethodieken, die bijvoorbeeld vertrekken vanuit een Programma van Eisen, niet geschikt waren voor de herontwikkeling van deze strategische en morfologisch complexe site. Er werd daarom geëxperimenteerd met een nieuwe manier van ‘stadsmaken’ door in te zetten op het flexibel en coöperatief ontwikkelen van de site. Daarbij werd de kans gegeven aan trekkers van lokale initiatieven om mee na te denken over hun toekomstvisie voor de plek en om deze ook cocreatief mee te ontwerpen. Er werd dus geen masterplan opgesteld voor de volledige site, maar de lokale initiatieven werden wel met elkaar in verbinding gebracht. Ze formuleerden een gemeenschappelijke ambitie en principes die tot op de dag van vandaag een leidraad bieden bij de ontwikkeling van en besluitvorming op de site. Wat ons opviel is dat er doorheen het proces door de stad en later ook door de initiatiefnemers slechts een minimale lijst aan spelregels wordt gehanteerd. In plaats van het eindbeeld in een masterplan vast te leggen waarbij slechts enkele spelers de site in zijn totaliteit en top-down programmeren of bestemmen, wordt de site gradueel ontwikkeld in lijn met de gezamenlijke ambitie en de kernwaarden van de gebruikers van het NRE-terrein. Deze ervaring leert dat er een alternatieve planningsmethodiek mogelijk is waarbij een ruimtelijk kader en spelregels worden opgesteld. Daarbinnen kan de site zich, surfend op de lokale dynamiek, verder ontwikkelen. Er wordt als het ware gestart aan een verhaal met open einde. Dergelijke aanpak is weliswaar niet vanzelfsprekend en vereist dat initiatiefnemers het eigenbelang steeds aan het gezamenlijk belang toetsen.

Ontdekken van dromen en kansen door middel van tijdelijke bewoners en ruimtegebruik

Na de aankoop van het NRE-terrein door de stad Eindhoven, kregen creatieve ondernemers en kunstenaars, waaronder de stichtende leden van het designcollectief NUL ZES, de kans om een tijdelijke invulling te geven aan enkele gebouwen van het NRE-terrein. Belangrijk hierbij is dat deze personen ook hun intrek namen op de site en dit ondanks het feit dat vele gebouwen zich in een lamentabele toestand bevonden. Als tijdelijke bewoners kregen ze zo de kans om te experimenteren, hun dromen na te streven en voeling te krijgen met de plek en de buurt(bewoners). Ook elders in de stad ontdekten we voorbeelden van tijdelijk en flexibel ruimtegebruik en ontwerp. Zo reden we langs containers in de binnenstad die dienst doen als tijdelijke architectenkantoren. We concludeerden dat dergelijke aanpak niet steeds vanzelfsprekend is en vaak een durvende houding van het lokaal bestuur vereist. De beschikbare manoeuvreerruimte in het regelgevend kader moet daarbij soms worden geëxploreerd. Het gebruik van containers en antikraak wonen, waarbij het leegstaand pand wordt bewoond tegen een lage vergoeding, biedt inspiratie voor Vlaamse projecten die momenteel niet beschikken over patrimonium dat al aan alle wettelijke vereisten voldoet.

Waar leven, leren en werken samenkomt ontstaat liefde voor de plek

Als initiële bewoners stonden de leden van het designcollectief NUL ZES ook aan de wieg van het buurtcomité. Ondertussen hebben veel van de initieel tijdelijke bewoners ook hun intrek genomen in de residentiële gebouwen op de site en zorgt het buurtcomité er tot op de dag van vandaag voor dat acties worden opgezet vanuit een gedeelde urgentie om de buurt te verbeteren. We merkten daarbij op dat de bottom-up dynamiek, verbinding en liefde voor de plek enorm gebaat is bij het feit dat de site voor veel bewoners zowel een woon- als werkfunctie vervult. Doordat deze bewoners, net zoals Renee Scheepers, zowel wonen als werken op de site, voelen en handelen ze veel meer vanuit de gedeelde urgentie dan wanneer deze site geen woonfunctie zou vervullen. De passie en energie die de bewoners uitdragen lijkt zo de drijvende kracht die ervoor zorgt dat deze site zich verder coöperatief, creatief en toekomstgericht ontwikkelt en zo de gewenste sociale (en economische) impact realiseert.

Gebouwen met zowel woon- als werkfunctie op de Gasfabriek site te Eindhoven
Gebouwen met zowel woon- als werkfunctie op de
Gasfabriek site te Eindhoven

Multifunctioneel gebruik van de fysieke ruimte met respect voor cultuurhistorische waarde

In Eindhoven kregen we voorbeelden te zien van hoe gebouwen ontwikkeld en herbestemd worden voor nieuwe (sociale) functies met respect voor de sociale en cultuurhistorische waarde van het bestaand patrimonium. Het vrijwaren van (oude) gebouwen die een sociale functie vervullen bij de zoektocht naar hedendaagse en toekomstige uitdagingen staat daarbij centraal. Zo werd een bestaande skatehal gevrijwaard van afbraak doordat er werd gekozen om een nieuw gebouw – dat toepasselijk ‘Haasje Over’ werd getiteld - eroverheen te bouwen. Op een andere plek in het historisch centrum van Eindhoven treffen we de 19e eeuwse Paterskerk en het aanpalend Mariënhage klooster die ondertussen respectievelijk dienstdoen als evenementenruimte en boutique hotel. Iconische  fabriekspanden van Philips, zoals de Witte Dame, werden door creatieve ontwerpers omgetoverd tot lofts. Dat elan wordt ook doorgetrokken op de NRE-site, waar het industriële karakter van het voormalig gas- en industrieterrein zoveel mogelijk wordt bewaard. Authentieke fabriekspanden en nieuwe duurzame architectuur wisselen elkaar af.

De coöperatie DELA nam de Paterskerk en bijbehorende gebouwen over en herbestemde de kerk tot evenementenruimte
De coöperatie DELA nam de Paterskerk en bijbehorende gebouwen over en herbestemde de kerk tot evenementenruimte

 

Verder merkten we tijdens onze rondleiding in Eindhoven veel voorbeelden op van multifunctioneel ontwerp en flexibel gebruik van de ruimte. Verplaatsbare panelen en verrijdbare tafels, een ophaalbare trap, een verwarmbare bubbel die in niet-geïsoleerde gebouwen kan worden geplaatst…  zorgen er op deze site voor dat de ruimtes optimaal en voor een brede waaier van activiteiten worden benut.

 

Het sociaal, economisch en innovatiepotentieel van kunst, cultuur en ontwerp

Uit de verhalen van Cees en Reneebleek dat kunst, cultuur en (social & product) design fungeerden als katalysator van de sociale én economische heropleving van Eindhoven. Vanuit verschillende disciplines en talenten gingen kunstenaars, ontwerpers, architecten, ambtenaren… aan de slag met de uitdagingen die ze ervaarden en grepen ze de kansen die ze kregen vanuit het stadsbestuur. Zo kregen we van Cees het verhaal te horen van het kunstenaarsproject in een leegstaande Eindhovense kerk dat zich bekommerde om de maatschappelijke uitdagingen in de buurt. Kunstenaars, ontwerpers en culturele organisaties beschikken namelijk vaak over de competenties die nodig zijn om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke weerbaarheid en innovatie. Toch wordt vaak nog te weinig beroep gedaan op hun kennis en vaardigheden ten behoeve van de samenleving.[1] Vanuit dat besef ontstond eind de jaren ’90 ook het idee om lokale ontwerpers in contact te brengen met ondernemers tijdens het vormgeversoverleg (VOE). Deze jaarlijkse, eendaagse samenkomst groeide in enkele decennia uit tot de Dutch Design Week, het grootste meerdaags designevenement van Noord-Europa.[2] Het evenement is inmiddels het uithangbord van de gemeente en brengt jaarlijks honderdduizenden bezoekers naar Eindhoven. Met sessies gericht op het ontwerp voor de toekomst realiseren de creatieve ontwerpers op die manier niet alleen lokaal maar ook internationaal een wezenlijke sociale én economische impact.

[1]https://research-and-innovation.ec.europa.eu/research-area/industrial-research-and-innovation/eu-valorisation-policy/knowledge-valorisation-platform/thematic-focus/fostering-knowledge-valorisation-through-arts-and-cultural-institutions_en
[2]https://indebuurt.nl/eindhoven/genieten-van/mysteries/waar-komt-ddw-eindhoven-eigenlijk-vandaan~57191/