Transitieprojecten: “We moeten onze partners binnen én buiten inzetten.”
We leven in een snel veranderende wereld. Evoluties als vergrijzing, individualisering, klimaatverandering en technologische vooruitgang zetten druk op onze samenleving. De manier waarop mensen vandaag leren, werken en leven botst op z’n grenzen. Hoe kantel je vastgeroeste ideeën en praktijken die lange tijd goed werkten, maar dat in de huidige context niet meer doen?
De Vlaamse overheid ging met fris- en dwarsdenkers, kantelaars en koplopers op zoek naar de kiemen van een nieuw verhaal voor leren en werken in 2050. Inspirerende beelden en denksporen vonden hun plek in een visiedocument dat het startpunt vormt voor de verdere denk- en doe-oefening onder de vlag van het transitieprogramma Leven, Leren, Werken dat in 2019 van start ging. Europa WSE riep op naar pioniers om met die beelden en denksporen aan de slag te gaan. Negen transitie-experimenten grepen de visie vast en werkten ze uit. Hoe hebben we samen met onze frisdenkers, kantelaars en koplopers de visie in de praktijk omgezet? Vijf weken lang nemen we je mee in dat verhaal.
Deel 5: hotspot ‘Wendbare ruimte voor leren’
Eline Vermeersch (Europa WSE) vertelde dat er binnen de projecten specifieke gemeenschappelijke domeinen waren waarop de projecten veel leerden en waarmee ze handelingsperspectief gaven aan anderen. Die thema’s clusterden ze in vier hotspots. Deze week gaan we dieper in op de hotspot 'Wendbare ruimte voor leren'.
De ruimte waarin we leren is in verandering. Leren gebeurt niet enkel meer in klaslokalen, maar ook in het dagelijks leven, op het werk, wanneer we inkopen doen... Formele leerprocessen worden aangevuld met informele vormen van leren die nauw aansluiten bij onze leefwereld, wat de hoeveelheid leeromgevingen doet toenemen. Leren kan overal en altijd plaatsvinden, en dat heeft impact op de manier waarop we de leerruimtes inrichten. Hoe moet die ruimte eruitzien? En welke rol is er weggelegd voor de omgevingen waarin we ons bewegen?
We voelden dat er nood was aan een plek om te leren buiten de schoolmuren. We wilden de stolp van het leren afnemen en mensen en organisaties toegang geven tot competenties die je niet altijd in een school kan aanleren. Bijvoorbeeld het ‘samen maken’ in een open atelier met mensen die hun vak beoefenen vanuit liefhebberij en die werken met zowel hoogtechnologische als erg oude of traditionele werktuigen. Scholen kunnen niet altijd zelf de nieuwste software en de nieuwste materialen hebben. Dat wilden we op één plek verzamelen in Leuven. In de maakleerplek heeft iedereen toegang tot materiaal, expertise, kennis en kunde die ze op school niet altijd hebben.
Stijn D'Hert - Maakleerplek
Wat zijn de belangrijkste lessen?
1. De campingbaas als schakel met de (buiten)wereld
Leerruimtes van de toekomst hebben nood aan een ‘campingbaas’, een plekwerker die een operationele, verbindende en organisatorische rol opneemt. De campingbaas brengt groepen in de leerplek samen en voelt aan wat er leeft in een specifieke omgeving. Hij verbindt leervragen, passies, talenten, contexten en ruimtes met elkaar. Plekwerkers nemen grote en kleine initiatieven om de klassieke muren te doorbreken, samen met de buurt waarin de leerruimte is ingebed. Zo ontstaan duurzame en dynamische leerecosystemen, samenwerkingsverbanden tussen scholen, stedelijke voorzieningen, ondernemingen, organisaties, burgerinitiatieven en individuen. De proactieve rol van de campingbaas als schakelfiguur met de juiste voelsprieten draagt bij aan het creëren van zo’n open leeromgeving.
Een centraal aanspreekpunt voor externen is cruciaal om te schakelen van sporadische samenwerkingen naar echte buurtcampussen. Het is niet altijd mogelijk om iemand vrij te maken om aan vergaderingen van wijkactiecomités deel te nemen, omdat hiervoor geen ruimte voorzien is. Daardoor is het moeilijk om vragen vanuit de buurt te capteren en te laten doorstromen naar de juiste mensen. Een mogelijke oplossing is de aanstelling van een ‘buurtanker’ in elke campus die verantwoordelijk is voor de samenwerking met de buurt en die de vragen capteert, doorspeelt en beantwoordt.
Maaike Mottart - Buurtcampus
2. Leerruimtes van de toekomst vragen om wendbare ruimte en organisatie
Ruimtes en organisaties moeten wendbaar zijn om het leren te blijven faciliteren. Ze moeten zich eenvoudig kunnen aanpassen aan nieuwe noden of behoeften, die per gebruikersgroep kunnen wisselen. Wendbare ruimtes zijn flexibele ruimtes die niet vasthangen aan één bepaalde functie, waar (informele) ontmoetingen mogelijk zijn en waar sociale relaties en praktijken ontwikkeld worden.
Experimenteren staat centraal in de maakleerplek, en de uitkomsten van deze experimenten kunnen niet op voorhand worden vastgelegd. We willen dat het een open plek blijft: alle deelnemers delen met anderen wat ze maken, hoe ze iets maken en wat ze daarvan geleerd hebben.
Sarah Martens - Maakleerplek
3. De wereld...als leerplek
Wanneer de schoolmuren niet langer de grenzen van een leeromgeving bepalen, boren we de mogelijkheid aan voor plekgebaseerd of nomadisch leren. We trekken letterlijk de wijde wereld in. Verschillende omgevingen en gemeenschappen maken actief deel uit van het leren en kleuren onze leerervaring. Leren wordt zo een actieve bezigheid; kennis opdoen over dieren en planten hoeft niet uit een tekstboek te gebeuren, maar doen we door te helpen op een boerderij. Dat actieve en plekgebaseerde leren hangt samen met leren vanuit burgerschap: lerenden zijn burgers, en burgers zijn lerenden. Groepen die elkaar anders niet ontmoeten, brengen we samen op leerplekken en wisselen kennis en vaardigheden uit via kruisbestuiving.
In de elk van deze reeks transitieartikels lichten we één hotspot eruit en gaan we dieper in op de geleerde lessen en praktijken. Op de website https://www.transitiellw.be/ vind je alle informatie terug over het transitieprogramma leven, leren en werken in 2050 en de negen transitie-experimenten.
Meer lezen?
- Deel 1: Hoe kantel je vastgeroeste patronen over leven, leren en werken in een maatschappij?
- Deel 2: Je krijgt de verantwoordelijkheid over je eigen leerproces. Je wordt serieus genomen. Dat is superkrachtig.
- Deel 3: Om vlot samen te werken, hielden we een dynamische leeragenda bij.
- Deel 4: Dat is de kracht van diversiteit, dat iedereen met een heel andere bril op naar de dingen kijkt.