Themadag buddywerking: verbinding, uitwisseling en next steps

Gepost op 03/04/2025

Op 25 maart 2025 organiseerden we een themadag over buddywerking voor de netwerkmedewerkers en Vlaamse kernpartners. De dag stond in het teken van vier leervragen: 

  • Welke goede praktijken zijn er en welk ondersteuningsaanbod is er voor lokale besturen?  
  • Hoe kan je een buddywerking zo efficiënt mogelijk opzetten met zo weinig mogelijk middelen >>> return on investment? 
  • Welke rol kan het regionaal niveau spelen in het ondersteunen van buddywerkingen en faciliteren van kennisdeling?  
  • Hoe pak je een regionale buddywerking aan? Wat zijn de eerste stappen te nemen? 

De themadag bracht inzichten naar boven die ons zullen helpen om buddywerking verder te stimuleren in de regio’s. We kregen niet alleen de kans om ervaringen te delen, maar ook om de verschillende facetten van buddywerking vanuit diverse invalshoeken te bekijken. 

We verzamelden: 

  • 3 lessen 
  • 5 take-aways  
  • 6 concrete aanpakken om op regionaal niveau buddywerking te boosten 

Drie lessen

1. Effectiviteit en impact

Tijdens de themadag werd duidelijk dat we op Vlaams niveau verder moeten nadenken over de impactmeting van buddywerking. De return on investment (ROI) van buddywerking is momenteel vaak niet zichtbaar of meetbaar. Het meten van de effectiviteit en impact van buddywerkingen kan de zichtbaarheid van dit krachtige systeem versterken en waardevolle gegevens opleveren voor verdere beleidsontwikkeling. 

2. De kracht van eenvoud en variatie

De themadag bevestigde dat buddywerking op veel verschillende manieren en in uiteenlopende contexten kan worden ingezet. Er is vaak de verleiding om buddywerking complex te maken, maar het werd duidelijk dat er ook eenvoudiger oplossingen bestaan. Een tip die werd gegeven is om buddywerkingen te verkennen op de plekken waar vrijwilligers al actief zijn. 

De kracht van buddywerking ligt in de verscheidenheid van toepassingen. De dag bood een kans om verschillende praktijken en ervaringen met elkaar te vergelijken. Conclusie? Buddywerking is veel breder dan de klassieke vormen die we vaak in gedachten hebben. Er is ruimte om andere opties te verkennen, zoals het koppelen van ouders in bijvoorbeeld een sportclub, of het ontwikkelen van lichte buddyformules voor kleine gemeenten. 

Er werd ook gesuggereerd om buddywerking niet altijd onder die naam te promoten, maar het bijvoorbeeld als een peter-/meterschapssysteem te benoemen. Dit kan ervoor zorgen dat het voor organisaties behapbaarder klinkt. 

3. Verkennen van alternatieve vormen vanuit lokale realiteit 

Het opzetten van buddywerking kan een zoektocht zijn. Vaak blijkt het een kwestie van trial-and-error. Daarom wordt er sterk geloofd in een bottom-up benadering: wat werkt lokaal, kunnen we verder verbeteren. In dat kader werd het ook belangrijk gevonden om met lokale besturen afspraken te maken en mogelijkheden te verkennen binnen verschillende sectoren. 

De gedeelde conclusie is wel dat we het aanbod van buddywerking moeten uitbreiden, omdat er veel vraag is naar dit soort initiatieven. Dit vraagt om een bredere inzet van de geëngageerde mensen in onze samenleving en om creatief na te denken over hoe we dit potentieel beter kunnen benutten. Het werd duidelijk dat de meer informele momenten, zoals contact met de buurman, vaak over het hoofd worden gezien. Juist daar ligt een belangrijke meerwaarde, die we verder moeten stimuleren. Een bewustmakingscampagne “Ken je buurman” bijvoorbeeld! 

Er was ook de oproep om te kijken naar wat binnen het reguliere aanbod al bestaat en om daarop in te haken. Kleine initiatieven moeten niet alleen omarmd worden, maar ook verder ondersteund en gepromoot. Aandachtspunt blijft om de taak van vrijwilligers te beperken, goed af te afbakenen en niet te veel verwachten van hen. Bovendien moeten we ervoor zorgen dat we binnen landelijke regio’s realistische verwachtingen scheppen over de haalbaarheid van klassieke buddywerking, gezien de grote financiële impact. 

5 take-aways 

  1. Er is een noodzaak om op Vlaams niveau na te denken over impactmeting die de return on investment van buddywerking zichtbaar en meetbaar maakt. 
  2. Buddywerking kan op veel verschillende manieren ingezet worden, en we moeten naast de klassieke vormen op zoek naar eenvoudige, laagdrempelige oplossingen, bijvoorbeeld door aan te sluiten bij plekken waar vrijwilligers al actief zijn. 
  3. De diversiteit van buddywerking is enorm. Van formele buddywerkingen tot meer informele vormen, zoals het stimuleren van contact met de buurman. 
  4. Het is belangrijk om realistische verwachtingen te scheppen voor lokale besturen en om ook kleine, informele initiatieven te omarmen. 
  5. Voor landelijke besturen is het niet altijd haalbaar om klassieke buddywerking op te zetten vanwege de financiële impact. Het zoeken naar lichtere formules is daarom erg relevant. 

6 concrete aanpakken om op regionaal niveau buddywerking te boosten 

1. Kennisdeling en expertiseopbouw 

Het regionaal netwerk kan als platform fungeren voor het verzamelen en delen van goede praktijken en praktische tools tussen de bestaande buddywerkingen in de regio. Op dit moment werkt iedere buddywerking afzonderlijk en probeert elke organisatie zelf oplossingen te vinden voor de gemeenschappelijke uitdagingen. Het regionaal netwerk kan hier een belangrijke rol spelen door kennisdeling en samenwerking te bevorderen. In de regio Westhoek bijvoorbeeld, wordt er gewerkt aan het samenbrengen van lokale buddywerkingen, het faciliteren van uitwisseling, en het onderzoeken van de relevante onderwerpen voor gezamenlijke ondersteuning op regionaal niveau. In de KINA-regio wordt bestaande kennis gecentraliseerd, zoals gespreksleidraden en andere hulpmiddelen, en beschikbaar gesteld aan lokale besturen. 

2. Opleiding en vorming

Het regionaal netwerk kan efficiënt vormingen en opleidingen organiseren voor buddywerkingen. Door samenwerking met experts, zoals AgII, GroepIntro en FMOD, kan lokale expertise worden vergroot. Daarnaast bestaan er op Vlaams en Europees niveau tools en vormingen die voor lokale werkingen waardevol kunnen zijn, maar die vaak niet bekend zijn. Het regionaal netwerk kan deze Vlaamse en Europese initiatieven promoten en bekendmaken. Voorbeelden hiervan zijn de digitale matchingtool of het Europees projectvoorstel van VVSG/HIVA dat gericht is op het ontwikkelen van opleidingen voor coördinatoren en vrijwilligers. 

3. Onderzoek en experiment 

Een andere belangrijke taak van het regionaal netwerk is het opzetten van samenwerkingen met academici om kennis te verzamelen en onderzoek uit te voeren naar bestaande werkingen. Experimenten kunnen worden opgezet om de effectiviteit van buddywerking binnen de regio te testen. In de stad Antwerpen bijvoorbeeld, werkt het netwerk samen met een hogeschool om de mogelijkheden voor buddywerking voor nieuwkomers met taalniveau 1.1 te onderzoeken. 

4. Middelen bundelen voor regionale werking

Door financiële middelen van lokale besturen te bundelen, kan een regionale buddywerking worden opgezet die meerdere lokale besturen bedient. Het actieplan in de regio Midwest is hier een goed voorbeeld: de regio financiert een regionale buddywerking die actief is op het grondgebied van 14 lokale besturen. Het gezamenlijk cofinancieren maakt het mogelijk om deze grotere werking te realiseren, iets wat voor een enkel lokaal bestuur financieel niet haalbaar zou zijn. 

5. Alternatieve "light" vormen van buddywerking verkennen en initiëren

Het regionaal netwerk kan ook dienen als een platform waar lokale besturen alternatieve vormen van buddywerking kunnen verkennen en initiëren. Dit kan bijvoorbeeld door bestaande netwerken van vrijwilligers te onderzoeken en mogelijkheden te vinden om buddywerking hierin te integreren. Er kunnen ook nieuwe buddywerkingen voor specifieke doelgroepen zoals nieuwkomers of kwetsbare groepen worden ontwikkeld. In de stad Antwerpen bijvoorbeeld, worden taalbuddy's gekoppeld aan vrijwilligerswerk, en er wordt geëxperimenteerd met thematische buddywerkingen, zoals fietsbuddy's en loopbuddy's. 

6. Impactmeting en return on investment

Beleidsverantwoordelijken zijn vaak kritisch over de return on investment (ROI) van buddywerking, waarbij vaak enkel het aantal nieuwkomers als output wordt gezien. Het regionaal netwerk kan een rol spelen in het ontwikkelen van impactmetingen die niet alleen het bereik in termen van aantal nieuwkomers in kaart brengen, maar ook de bredere effecten op de ontvangende samenleving. Denk hierbij aan diversiteit, sociale cohesie, en de lange termijneffecten op duurzame integratie. Het regionaal netwerk kan werken aan een impacttool die de ROI voor beleidsverantwoordelijken zichtbaar maakt. Hiervoor wordt ook gekeken naar bestaande initiatieven op Vlaams niveau. 

Conclusie van de dag

Samengevat: het regionaal netwerk een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren en uitbreiden van buddywerking, door schaalvoordelen te realiseren, kennis te delen, nieuwe initiatieven te ondersteunen en de impact op de regio en samenleving te meten. 

Met deze inzichten gaan we in de toekomst verder werken aan buddywerking en de mogelijkheden ervan benutten voor de samenleving. Het was een vruchtbare dag die niet alleen ruimte gaf voor het delen van kennis en ervaring, maar ook voor het verkennen van nieuwe mogelijkheden en initiatieven. 

Wij kijken uit naar de volgende stappen en de verdere uitwerking van de ideeën binnen de regionale netwerken!