Evidence-based beleid
De organisatiestrategie van Europa WSE steunt op twee belangrijke vormen van organisatieleren, namelijk ‘operationeel leren’ en ‘conceptueel leren’.
De focus van ‘operationeel leren’ ligt op de werking op het terrein. Hierbij wordt geëxperimenteerd met nieuwe vormen van acties of werken voor het oplossen van terugkerende praktische problemen en drempels. Operationeel leren stoelt op dialoog tussen, en de deelname en betrokkenheid van diverse praktijkactoren bij het analyseren van context en het bedenken, het implementeren en het evalueren van oplossingen. ‘Operationeel leren’ gaat over het (leren) beheersen van het proces op zowel het niveau van de werking als op het niveau van projecten, met het oog op het behalen van stabiliteit en kwaliteit o.v.v. relevante en haalbaar kwaliteitsvol werkingskader.
‘Conceptueel leren’ staat ten dienste van ‘sensemaking’ en focust op het beter begrijpen en verklaren van de werking op het terrein. Enerzijds door het aanreiken van nieuwe concepten die richtinggevend zijn voor het ontwikkelen van en voorwerp vormen acties en leren op het terrein (cf. operationeel leren). Anderzijds door het toetsen van veronderstellingen die worden gemaakt door betrokken actoren over wat werkt, voor wie en waarom.
We ontwikkelen en voeren evidence-based beleid met het oog op het leren uit de ESF+-werkingen én het beleid te legitimeren bij externe stakeholders, via:
- het inzichtelijk maken van maatschappelijke complexe uitdagingen;
- het ontwikkelen en onderbouwen van oplossingen o.b.v. wetenschappelijke inzichten;
- het zichtbaar maken van de impact van het ESF+-programma.